Een nieuwe poging

Ongeveer negen jaar geleden, tijdens de tournee van onze eerste voorstelling BOG. een poging het leven te herstructureren, is er bedacht om deze poging elke tien jaar opnieuw te doen. Ik denk niet dat ik er bij was, bij dat moment, toen die gedachte voor het eerst werd uitgesproken. Ook kan ik me niet meer herinneren wanneer ik dit idee voor het eerst hoorde (toen het dus reeds bedacht was). 

Levendiger is mijn herinnering aan de voorstelling in een nogal gestructureerd (want aangeplant) naaldbos op Terschelling in 2015, twee jaar naar de première in de Brakke Grond. Ik herinner me dat ik zag dat de voorstelling niet (enkel) over het leven gaat maar vooral over hoe deze vier mid-twintigers naar het leven kijken. En dat de herkenning van deze voorstelling ‘m ook daarin zat, niet enkel in wat er werd beschreven maar dat het zo werd beschreven.   

Ook weet ik nog een moment dat we ons beseften dat het verre toekomstplan om na tien jaar een nieuwe versie te maken ‘plots’ dichterbij was gekomen. We zaten in onze vorige werkplek waar de hoge ramen uitzicht gaven op een binnentuin met enkele hoge bomen (kastanje?) en het enkel glas met gemak het geroep van de tweetalige kleuters en begeleiders van het kinderdagverblijf doorliet. We bereidden een nieuwe aanvraag om structurele subsidie te ontvangen voor (zo oefenen we ons in verder vooruit kijken dan we zelf willen en dat blijkt dan toch heel welkom).  

We bespraken welke van de vele ideeën we in de periode tussen januari 2021 en december 2024 zouden willen uitvoeren en beseften we dat één daarvan al vast stond. Ook de premièredatum en -plek stonden in feite al vast, ze waren de consequentie van de afspraak die we hadden gemaakt. We konden ons bijna niet voorstellen dat De Brakke Grond op 16 maart 2023 iets anders zou hebben gepland in hun grote zaal. 

In januari 2023 starten we het schrijfproces van deze nieuwe poging om het leven te herstructureren.  Het kernteam van BOG. en de premièreplek zijn hetzelfde, verder is alles anders. (Sterker nog, ook wat was, blijkt anders te zijn dan we dachten. Keer op keer hebben we geschreven dat onze debuutvoorstelling voortkwam uit een gedeeld verlangen naar overzicht ‘alsof je in een opstijgend vliegtuig ineens de structuren van de chaotische stad herkent’. Op de vraag of dat nu nog steeds een drijfveer is, antwoord Judith dat ze teruglezend in haar eerste brieven merkte dat ze die behoefte tien jaar geleden ook al niet had). 

Anders dan de eerste keer, staat deze nieuwe voorstelling niet meer op zichzelf. Het is het tweede deel van een letterlijk levenslange reeks over het leven. Elke tien jaar geven we onszelf dezelfde opdracht die leidt tot een geheel nieuw werk omdat alles is veranderd. Om een nieuw werk te maken, hoeven we niet altijd een nieuw idee te verzinnen. De verandering is er al. De tijd zelf doet het werk. Wij hoeven er alleen maar af en toe even bij stil te staan om ernaar te kijken en opnieuw naar te kijken. BOG. is een collectie van theatermakers die als verzamelaars te werk gaan. Ons werk ontstaat niet vanuit het niets maar juist vanuit alles dat er reeds is en dat telkens opnieuw kan worden gerangschikt, getoond en benoemd.  

Ook de drijfveren zijn nu anders dan tien jaar eerder. Lisa vertelt dat ze niet meer het perspectief vanuit een opstijgend vliegtuig zou willen hebben maar eerder van op een bankje, op gelijke hoogte kijkend naar het leven dat voorbijtrekt. Benjamin voelt veel voor een stille aanmoediging voor het nu, het enige moment waarop het leven zich afspeelt. Sanne heeft het over hoe de zinloosheid en daaraan verbonden schoonheid van het leven haar ontroert. En Judith vraagt zich onder meer af vanuit welke perspectieven er kan worden geschreven: Kan de ‘ik’ ook even een dier zijn Een plant ? De aarde? 

We merken dat deze voorstelling meer gaat over de verscheidenheid van levens en over hoe verschillend het leven, zelfs hetzelfde moment, kan worden ervaren. In de afgelopen tien jaar zijn onze levens al uiteenlopender gegroeid, of zo lijkt het toch. Of in ieder geval hebben we meer interesse in de verschillen dan in de overeenkomsten. We stellen ons meer vragen bij of bepaalde levensinvullingen meer of minder een maatschappelijke norm zijn en hoe dat wordt ervaren. 
Ook vragen we ons af hoe er andermans levens een plek kunnen krijgen in de voorstelling zonder die toe te eigenen en zonder ze te oppervlakkig voorbij te laten komen. 

‘Het verband tussen de dingen ben ik zelf’ is een zin die weer eens opduikt. Het is de titel van een verzameling columns van Remco Campert, en een geruststelling in dit creatieproces. Het is enkel en alleen via je eigen leven dat je in aanraking komt met anderen, dat we kunnen opmerken hoe een ander leven zo anders kan verlopen. Het antwoord op de vraag hoe we andere levens kunnen integreren, heeft volgens mij te maken met het vinden van een balans in van perspectief veranderen zonder daarbij het eigen perspectief volledig weg te laten. 

Op een grijze winterdag eind januari bezoeken we op Terschelling  het gestructureerde naaldbos waar we in juni opnieuw zullen spelen. We verbazen ons erover hoe weinig die plek lijkt te zijn veranderd ten opzichte van acht jaar eerder. Of nee, eigenlijk verbaas ik me erover hoe vreemd het klinkt om mezelf  te horen denken dat het bos weinig lijkt te zijn veranderd.  

Een dag later, bij een lezing van de allereerste teksten, hoor ik hoe alle voorstellingen die we in de afgelopen negen jaar samen hebben gemaakt een weg lijken te vinden in BOG.2. Het leven wordt beschreven in hele werkwoorden en in lijstvorm, in de je-vorm en in de ik-vorm, in dialogen. Veel teksten zijn persoonlijk en beschrijven niet zozeer wat iemand doet (opstaan, eten, fietsen, werken) maar vaker hoe iets voelt: welke fysieke ervaringen, gevoelens en gedachten er door iemand heen gaan terwijl die iets doet, ziet, meemaakt. Eén van de meest opvallende is misschien dat het gevoel van opnieuw beginnen in meerdere teksten voorkomt. Opnieuw beginnen, want op een andere manier, met een veranderde blik, in een nieuw licht. 

Ook komt er, heel subtiel, hier en daar iets terug uit een podcast die ik als inspiratie liet horen op de eerste dag van het maakproces. Iemand vertelt over hoe het menselijke denken structuren nodig heeft, talige modellen om in te denken, die houvast geven. Mensen kunnen, door nieuwe ervaringen op te doen, merken dat ze nood hebben aan nieuwe structuren, aan andere denkwijzen om met zichzelf en het leven om te gaan.  

‘A lot of traditions teach a model for looking at the universe and looking at yourself. And they let you intellectually learn the new model and then you keep learning it and practicing it and talking and practicing and talking from out that model and you’re slowly substituting that model for the other model. Ultimately, the art is: that you need models to function in the universe, models of mind, you need structures, but you hold them so lightly. You hold them so lightly.’

Ik ben benieuwd hoe we later zullen terugkijken naar de manier waarop we nu het leven herstructureren. Wat deze nieuwe poging, nog meer dan we nu kunnen zien, vertelt over het perspectief op het leven dat we nu hebben, op dit moment.

Roos Euwe, februari 2023

meer stukjes lezen? klik hier
meer informatie over de voorstelling BOG.2 een nieuwe poging het leven te herstructureren? klik hier