Tegelijkertijd

Voordat we begonnen aan het maken van TWO. is not a solo zag ik tegenstellingen als twee uitersten die elkaars gelijktijdige bestaan uitsluiten. Donker is het tegenovergestelde van licht: ze kunnen enkel bestaan in elkaars afwezigheid. De nacht is donker omdat ze niet licht is. Het is enkel dag als het niet nacht is. 

TWO. is not a solo gaat verder op een gedachte waarmee de voorstelling ALL. eindigde. Een gedachte van Susan Sontag in een interview: ‘I have the impression that thinking is a form of feeling and that feeling is a form of thinking.’ 

Terwijl ik een brief schrijf naar Lisa, bedenk ik me dat het denken in tegenstellingen niet alleen een manier is om dingen tegenover elkaar te plaatsen maar ook, vooral, een manier om twee dingen samen te brengen. Met elkaar in verband te brengen, een relatie te scheppen, een manier om afhankelijkheid te creëren. Waar het donker is, is het licht zowel afwezig als aanwezig. 

(sinds een paar maanden heeft BOG. een nieuwe werkplek, op mijn route daarnaartoe kom ik altijd voorbij een muur met daarop in graffiti ‘tegelijkertijd’)

Net zoals de gedachten en gevoelens van Susan Sontag vormen de teksten van Patricia de Martelaere een deurtje naar een andere manier van denken. In het boek ‘Taoïsme de weg om niet te volgen’ beschrijft ze hoe tegenstellingen net zo goed wel als niet bestaan. Ze schrijft dat yin en yang vaak ten onrechte worden beschreven als soorten van dingen of als vaste eigenschappen van dingen, zoals vrouwelijk (yin) – mannelijk (yang), licht – donker, warm – koud, zacht – sterk. 
‘Maar yin en yang zijn niet tegengesteld op dezelfde manier als rationele concepten dat zijn: ze zijn organisch met elkaar verbonden en gaan in een ononderbroken stroom geleidelijk in elkaar over. Men kan zich het onderscheid tussen yin en yang dan ook het best voorstellen als fasen in een alternerende beweging , zoals de getijden van de zee, het op- en ondergaan van de zon en de opeenvolging van de seizoenen.’ ‘Al wat leeft kan slechts overleven doordat het tijdig weet te alterneren tussen yin en yang.’ Zoals rust en activiteit, gezondheid en ziekte, leven en dood. ‘Alles wat bestaat ‘leeft’ in zekere zin omdat het is opgenomen in de grote cyclus van veranderingen, waarin het ooit is ontstaan en dus onvermijdelijk zal vergaan.’ 

Sindsdien oefenen Lisa en ik in ervaren van tegenstellingen die elkaars bestaan niet uitsluiten, dat ze tegelijkertijd 

the wheel was invented in the same moment 
in different places 
with different weather
we are inventing wheel after wheel
seemingly alone but we do it together

zingt Lisa tegen het einde van TWO. is not a solo

Tegelijkertijd werkt Sanne aan Het Stiltemuseum dat in november 2022 te zien/horen is.
Ze merkte op dat wanneer je ‘stilte’ opzoekt in het woordenboek, je doorgaans een definitie leest die neerkomt op ‘de afwezigheid van geluid’. Als je daarentegen de term ‘geluid’ opzoekt, vind je niets over de afwezigheid van stilte. Wel iets in de trant van ‘een trillende beweging van lucht die kan worden gehoord’. Wat zegt dat over onze manier van denken over stilte en geluid? Is geluid zo alomtegenwoordig dat het de norm is geworden en dat daarom stilte enkel kan worden gedefinieerd als het ontbreken van geluid? Als stilte zou bestaan, zou die dan hoorbaar zijn of juist niet hoorbaar?
Dat wat je niet hoort, is de stilte. 
Kan stilte enkel bestaan bij de afwezigheid van geluid en kan geluid enkel bestaan bij de afwezigheid van stilte? Heffen ze elkaar op en/of maken ze elkaar juist mogelijk?

Een ervaring van stilte lijkt te ontstaan bij de verwachting of mogelijkheid van bepaalde geluiden. Als die geluiden niet hoorbaar zijn, hoor je andere geluiden die minder opvielen en die je niet als storend ervaart. In die ervaring van stilte hoor je wel geluiden: misschien het ruisen van bomen in de wind, van een snelweg in de verte, de roep van een vogel. En zelfs als je geen geluiden lijkt te horen, ben je er altijd zelf nog: je eigen ademhaling en hartslag. Het schijnt dat de meeste mensen niet langer dan een kwartier in een volledig stille ruimte kunnen doorbrengen. Misschien komt het door de verhevigde ervaring van jezelf, de ervaring dat er niets anders is dan jijzelf is wellicht ondraaglijk. Stilte is enkel ervaarbaar als je aanwezig bent en als er een wereld is waar er geluiden hoorbaar zouden kunnen zijn. Zo gezien lijkt me dat stilte een vorm van geluid is, een geluid dat je niet kan horen maar waar je naar kunt luisteren.

Componist/muzikant Pauline Oliveros ontwikkelde een kunstpraktijk rond ‘deep listening’ en maakt een onderscheid tussen horen en luisteren (klik hier). Horen omschrijft ze als de fysieke mogelijkheid om geluid te ervaren en maakt van bepaalde trillingen hoorbare geluiden. Luisteren als het geven van aandacht aan wat je ervaart, zowel akoestisch als mentaal. Het is de interpretatie van geluidstrillingen. Bijvoorbeeld de interpretatie van het ruisen van bomen, een snelweg in de verte en de roep van een vogel als ‘stilte’. 

De volgende vraag, kan geluid ook een vorm van stilte zijn? In een museum in Brussel zie ik een kleurrijk doek, gemaakt door muzikanten Don en Moki Cherry, gemaakt ter versiering van het podium waarop ze in de jaren ’70 speelden.
Er staat in zachte letters:

MUSIC OF UNIVERSAL SILENCE


Hoewel ik hun muziek niet zou omschrijven als stilte, bevat ze misschien wel evenveel onhoorbare stilte als hoorbaar geluid. 

Roos Euwe maart/juli 2022